Vroeger waren Nederlanders gek op zeekaarten en landkaarten. Vierhonderd jaar geleden was de verslaving aan kaarten begonnen. Amsterdam toen het centrum van de handel. Rijke burgers wilden een atlas. Zo konden ze laten zien dat ze veel geld hadden. Ze wilden ook atlassen, omdat ze nieuwsgierig waren naar de wereld. Vroeger moest je voor de atlas van Maior de Blaeu 250 gulden betalen.  Nu is dat ongeveer 20 duizend euro! Joan Blaeu gebruikten geen atlas maar een globe. Een globe is eigenlijk een wereldbol. Bij een globe gebruiken ze een verhouding. De kaartenmakers zoals Joan Blaeu had geen tijd om de hele wereld af te reizen. Ze stuurde mensen op pad om bijvoorbeeld logboeken, kaarten en globes uit andere landen te vinden. Zo konden ze een mooie kaart maken. Nog niet alle landen waren in die tijd al ontdekt, dus de kaarten zijn niet 100% compleet. Ook al vind ik het knap dat ze veel op kaart hebben gebracht vroeger.  Je kunt ook nog atlassen kopen. Er is nog steeds een versie van de atlas van maior de blaeu te koop. Je kan ook kaarten van andere landen krijgen, zoals Italië, Duitsland en Australië.

Hier maakte ze alle atlassen mee met een drukpers. 

 

Wist je dat er 15 drukpersen waren en er wel 80 mensen werkte.